De kakelcantate (opus 17)
Trees en Truus

Boer: Zing, brave kip, zing zonder obstakel, want je bent nu niet verkouden meer
Nu heb je vast weer je gouden kakel, kan elke kanarie bij jou in de leer!
Zing net zo mooi als je deed voor de koning, toen die een zak met goudstukken gaf
Zelfs Marco Borsato kreeg nooit zo’n beloning, want jij zong zo mooi, de koning
stond paf!

Kip : toóóook, toóóook, toóóook
Boerin : "Geef 'm nog een slokje van de hoestdrank,
nee: geef hem maar de hele fles!"
Boer : "En hier, hier heb ik nog twee kilo zangzaad,
en op de zak staat: 'Wie hier twee kilo van eet
zingt gegarandeerd de sterren van de hemel
en de tranen in je ogen”
Boerin : "En hier; ik poets zijn snavel nog een beetje schoon”

Boer : Oh kip, zing een lied waar mijn oren van tuiten
Oh, kip van mijn dromen, oh kakelidool
Dat ieder die langskomt stil blijft staan buiten
Met kippenvel van zijn kruin tot zijn zool!
Je stem is van fluweel; bij jou vergeleken
Klinkt elke andere kip als een kip zonder kop
Door jou kreeg de koning tranen in zijn ogen
Oh, kippie uit duizenden, jij bent de top

Kip : toóóook, toóóook, tóook
Boer : "Nou, wat zal ik zeggen . . .
Dat ging toch al een stuk beter!
Boerin : "Beter? Beter? Dat was blubber, dat was gepiep
en gekraak, dat was nog erger dan het gejank van
een krolse kat op een zwoele lenteavond.

Boer : Zeg, beste kip, maakte jij een grapje?
Nou, dat was grappig, ik lig in een deuk!
Maar je moet liedjes gaan zingen, snap je?
Want anders vind ik het niet meer leuk!

Kip : toóóook, toóóook tok, tok
Boer : "Tja, je kan niet zeggen dat ze al goed bij stem is,
Misschien moeten we nog een beetje zangzaad . . .”
Boerin : "Nee, nee, nee, dommerik! Je hoort toch, dat die kip
totaal niet kan zingen, een varken klinkt beter!
Al geef je 'm een schuur vol zangzaad!
Fred van Geest